Premier Mark Rutte verwacht dat hij nog de ,,komende weken, maanden” nodig heeft om tot een oplossing te komen voor de uitslag van het Oekraïne-referendum.
Hij is hierover niet optimistisch en acht de kans groot dat Nederland het verdrag niet gaat ratificeren, zei hij dinsdagavond in de Tweede Kamer.
In april stemde een meerderheid tegen het verdrag tussen de EU en Oekraïne. Rutte wil de ,,onvrede achter de nee-stem een plek geven”. Want als Nederland niet ratificeert zullen volgens hem de andere EU-lidstaten toch een weg vinden om ermee verder te gaan. Dan zullen veel nee-stemmers zich bekocht voelen, zei hij.
Weinig enthousiasme
Volgens het kabinet leven bij de tegenstanders een aantal grieven die het wil adresseren. Het gaat dan onder meer om de angst dat het verdrag een eerste stap is naar EU-lidmaatschap is en dat er veiligheidsgaranties aan Oekraïne worden gegeven.
Bij de andere EU-leiders voelt hij weinig enthousiasme voor de Nederlandse wensen. Hij weet ook nog niet in welke vorm die wens moet worden gegoten.
De Kamer wil dat het kabinet recht doet aan de uitslag van het referendum. Louis Bontes van de Groep Bontes/Van Klaveren kwam met een motie van wantrouwen omdat Rutte zijn belofte niet nakomt. Hij had beloofd niet te ratificeren als er voor de zomer geen oplossing zou zijn, aldus Bontes.
Over een motie van wantrouwen wordt altijd direct na een debat gestemd. Er waren echter veel te weinig Kamerleden aanwezig om de stemming geldig te laten zijn. Dat is een zeldzaamheid. Daarom moet de stemming woensdagmorgen opnieuw worden gedaan. De motie is kansloos.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl